1
Daar ruist langs de wolken een lieflijke naam
die hemel en aarde verenigt tezaam.
Geen naam is er zoeter en beter voor 't hart,
hij balsemt de wonden en heelt alle smart.
Kent gij, kent gij die naam nog niet,
die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied.
2
Die naam is naar waarheid mijn Jezus ook waard,
want Hij kwam om zalig te maken op aard.
Zo lief had Hij zondaars dat Hij voor hen stierf,
genade bij God door zijn zoenbloed verwierf.
Kent gij, kent gij die Jezus niet,
die om ons te redden de hemel verliet.
3
Eens buigt zich ook alles voor Jezus in 't stof
en d' engelen zingen voortdurend zijn lof.
O mochten w' om Jezus verheerlijkt eens staan,
dan hieven wij juichend een jubeltoon aan.
Jezus, Jezus, uw naam zij d' eer,
want Gij zijt der mensen en engelen Heer.
Jezus, Jezus, uw naam zij d' eer,
want Gij zijt der mensen en engelen Heer.
Gij zijt der mensen en engelen Heer.