Oh, ik wacht, elke nacht,
Op een vallende ster.
Ik wens dat jij hier komt en zegt:
Ben vol van verdriet,
't was misschien niet onze tijd.
Maar jij hoort bij mij.
Het duurt nu zeven dagen lang,
Dat ik de slaap niet vatten kan.
Laatst sprak ik je 's nachts;
Je huilde aan de telefoon.
Het was maar een droom.
(Refrein)
Want hoe kan ik van je dromen,
Als je mij niet slapen laat.
Mijn nachten duren langer,
Als jij niet met me praat.
Ik heb uren liggen staren,
Met het bed onder m'n rug.
Ik wil gewoon gaan slapen,
Ik wil mijn dromen terug!
Lig weer in bed,
't is net of in mijn hart de zon verdwijnt.
Voelt als een winters jaargetij.
Oh kom toch bij mij,
Maak een eind aan die pijn en de kou,
Want ik hoor bij jou!
(Refrein)
Maar hoe kan ik van je dromen,
Als je mij niet slapen laat.
Mijn nachten duren langer,
Als jij niet met me praat.
Ik heb uren liggen staren,
Met het bed onder m'n rug.
Ik wil gewoon gaan slapen,
Ik wil mijn dromen terug!
Meisjes die ik zie,
Vallen in het niet.
Geen enkele vrouw,
Kan op tegen jou!
(Refrein)
Want hoe kan ik van je dromen,
Als je mij niet slapen laat.
Mijn nachten duren langer,
Als jij niet met me praat.
Ik heb uren liggen staren,
Met het bed onder m'n rug.
Ik wil gewoon gaan slapen,
Ik wil mijn dromen terug!
Ik wil gewoon gaan slapen,
Ik wil mijn dromen terug!