Ik sterf van dorst bij de fontein
Ik ben een reus, maar toch te klein
Ik ween voortdurend wijl ik lach
Ik werk terwijl ik rusten mag
Ik haat mijn God, maar ik geloof
Ik hoor muziek maar ik ben doof
Ik ben een wolf in schapenvacht
Ik ben steeds welkom, maar wordt door iedereen veracht
Ik zwijg terwijl ik zing en schreeuw
Ik ben nog jong, maar toch een eeuw
M'n vrienden haat ik om het meest
Ik ben een gentleman, een beest
Ik ben de jager en het wild
Ik ben de vrek en ik ben mild
Ik ben de dag, ik ben de nacht
Ik ben steeds welkom, maar wordt door iedereen veracht
Ik ben volwassen nog een kind
'k wordt door mijn vijanden bemind
Ik ben de droogte en het meer
Ik ben de schande en de eer
Ik ben het leven en de dood
Hulpbehoevend, maar nooit in nood
Ik ben wie weent, ik ben wie lacht
Ik ben steeds welkom, maar wordt door iedereen veracht