Mijn hart sloeg even over,
toen dat van jou begon.
Ik kon het niet geloven,
niet geloven dat het kon.
Als er nu een wedstrijd was,
een wedstrijd tussen mij,
en de zon,
wie het hardste stralen kon,
dan denk ik dat ik won.
Want als jij je hartslag voelt,
dan voel je die van mijn mij,
en ben ik steeds dichtbij,
ik ben altijd dichtbij.
Ik kreeg je in mijn armen.
Ik hield je heel goed vast.
Ik hield je lekker warm,
je was nog in je blote bast.
Jij moest heel hard huilen,
en ik deed heel zachtjes mee.
Ik was zo blij,
met je lijfje op mijn lijf
en je hart op dat van mij.
Want als jij je hartslag voelt,
dan voel je die van mijn mij,
dan ben ik weer dichtbij,
ik ben altijd dichtbij.
[Rust]
Jij bent van ons samen,
van allebei de helft.
En je lijkt op ons,
maar nog het meeste op jezelf.
Ik hou je in mijn armen,
nu het kan,
je bent zo klein.
Ik blijf bij jou,
ben er altijd geweest
en ik zal er altijd zijn.
Want als jij je hartslag voelt,
dan voel je die van mijn mij,
dan ben ik weer dichtbij,
ik ben altijd dichtbij.
Want als jij je hartslag voelt,
dan voel je die van mijn mij,
dan ben ik weer dichtbij,
ik ben altijd dichtbij.