"He, Li-Wang Tai-Fu, wat hebben ons gehoold? Ga jij uit jouw lestaulantje weg
Ja, ik heb passage geboekt op de slow-boat to China
O, dat is jammel, want dan kunnen ons niet meer lekkel bami-bami eten. En d'l
zijn ook geen tulpebollen
O, daal zijn toch lotusbloesem
Ja, maal jij kunnen toch geen lotusbloesem eten. Lotusbloesem zijn toch mijn
vlouw
O, neem mij niet kwalijk. Ons een liedje zingen, samen
Goed"
refrain:
Li-Wang Tai-Fu gaat weer naar Shanghai toe
Aan de Yangsekijang, daar vindt hij 't fijn
Li-Wang Tai-Fu gaat weer naar Shanghai toe
Waar hij is geboren, daar wil hij weer zijn
Z'n eerste lotusbloem heeft-ie daar gekust
Nu zoekt-ie overal en vind-ie nergens rust
Li-Wang Tai-Fu gaat weer naar Shanghai toe
China groter, Holland veel te klein
In 't eethuis "Schone laken" is 't leeg en kaal, kale boel
Niemand vind er meel een kluimeltje in een pannetje of in een schaal
In de keuken hangt nog zachte, flauwe kluidengeul
Nooit meer lijst en nooit meer bami staan te lezen op de deul
refrain
Zijn vooltleffelijke keuken had een grote loep tjaptjoi
En vellaat z'n bami-goreng en z'n haaievinnesoep
Wie er nu nog wel gaan smullen heeft vooltaan een stlop
Want de keuken is gesloten en de loempia's zijn op
refrain